[Mr. Lambertus Eduard Lenting]
Lenting (Mr. Lambertus Eduard), werd 13 Juni 1822 te Batavia geb.; zijn vader was daar pred., vestigde zich in 1835 voorloopig te Zutfen en overl. te Voorst, zoodat de zoon te Zutfen voor de studie te Utr. werd opgeleid, die van 1840-'48 duurde, toen hij over Caspar Fagel promoveerde. Hij werd adv. te Arnhem, woonde sinds 1851 te Zutfen, werd daar plaatsverv. kantonrechter, rechter-plaatsvervanger en eerst in 1867 lid der arr. rechtbank, was van het begin van 1868 lid der Tweede Kamer, ging na de invoering van de rechterl. organisatie voorgoed in Den Haag wonen, en overleed daar 20 Nov. 1881.
Zijne geschr. zijn met veel juistheid vermeld in zijn levensbericht, zoodat hier alleen genoemd worden: Handboek van de Vaderl. Gesch., dl. I en 2 afl. van dl. II, Zutfen 1866-'68; Levensschets van P. Nijhoff, in de Hand. van Lett., 1868.
(Hand. Mij. Ned. Lett., 1885.)