[Abraham van Lee]
Lee (Abraham van), geb. 31 Dec. 1805 te Amst., was daar eerst red. van het dagblad Nederland, later van het Amst. Handels- en Effectenblad, laatst secretaris van den Stads-Schouwburg en overl. er 7 Dec. 1869.
Hij schr.: Hartelijk woord aan alle mijne mede-Israëlieten, Haarl. 1841; De stemmen der oudste geloofswaardigste rabbijnen, door Aniam Ben Schemida, Haarl. 1842; Daguerréotypen of groepen en beelden naar het leven, Amst. 1843; Iets over volksverbetering en vermeerdering van volkswelvaart, 's-Hage 1843; Haarlems Regt op de uitvinding der boekdrukkunst gehandhaafd, Amst. 1843 en '48; Biogr., hist. en wijsg. wdb. voor vrijmetselaren, 3 dln., Amst. 1844; Beredeneerde gesch. der Nederl. schilder-, houtsnij- en graveerkunst naar het Hoogd. van Rathgeber, met vele aanteekeningen, 1e deel, Haarl. 1843; Over de uitsluiting der Israëlie ten door de loges, arbeidende onder de drie groote loges te Berlijn, 1845; Zonneglans en Nevel uit het leven van een student. Een verhaal uit het werkelijke leven (psd. E. Lenau), Amst. 1856 en kleinere geschr. en bijdr. in bladen en tijdschriften.