bode, De Zweep, De Kerels, Het Handelsblad, enz.
Er verscheen van hem: Wildzangen, mengelpoëzy, Gent 1867; Betsy de Wees, drama, Gent 1868; Het mislukte Erfdeel, blijspel, Gent 1869; De verstrooide Negociant, blijspel, Gent 1869; Wat goeds de spoken doen, blijspel, Gent 1869; De Onschuld verrechtvaardigd, drama, Gent 1870; De Schaterlach, dichtverhaal, Gent 1871; Goud en Schoonheid, roman, Gent 1872; Iets voor het publiek, zangspel, Gent 1872; De Geest van Vlaanderen, Gent 1873; Philips van Artevelde, Gent 1873; Elegien en grafschriften, Gent 1873; Aan de Walen, gedicht, Gent 1873; Wel en Wee, gedichten, Bruss. 1881; Nante de Pakjesdrager, luimige tweespraak en: Wederzien, deftige alleenspraak, Schaarbeek 1887.