Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde
(1888-1891)–F. Jos. van den Branden, J.G. Frederiks– Auteursrecht onbekend
[pagina 453]
| |
te Lier geb. 27 Mei 1828, was van 1850 en 1852 leeraar aan het gemeentecollege van St. Jans Molenbeek bij Brussel, en tevens medeopsteller van het dagblad De Vrede. In 1852 werd hij benoemd tot regent bij de Middelbare School van Antwerpen, en in 1865 tot professor in de Nederlandsche taal- en letterkunde bij het koninklijk Atheneum van Hasselt. In 1870 betrok hij, voor gezondheidsredenen, een buitengoed te Brasschaat, bij Antwerpen, en vestigde zich vervolgens te Schaarbeek bij Brussel, waar hij nog woont. Zijne werken voeren de titels: Nederlandsche Spraakkunst met oefeningen, voorafgegaan van eenige bedenkingen over Eigenbelang, Godsdienst en Nationaliteit, ten aanzien der taal, en gevolgd van eene beknopte woordafleidkunde, Antw. 1862; Grondbeginselen der Nederlandsche spraakkunst, met taal- en stijloefeningen, Antw. 1868; Nederlandsche bloemlezing, ten gebruike der scholen, Antw. 1862; Regels der nieuwe spelling; Cours pratique de la langue flamande; Méthode facile pour apprendre le flamand. |
|