[Jan Jacob Lambin]
Lambin (Jan Jacob), te Ieperen geb. 15 Juli 1765, werd, na zijne opvoeding aan de lagere school en de teekenacademie ontvangen te hebben, op een handelskantoor geplaatst. Ten jare 1797 kwam hij op een registratiekantoor en in 1800 werd hij ontvanger te Kortrijk, in 1808 ontvanger van het hospitaal en archivaris te Ieperen, en in 1816 secretaris van de burgerlijke godshuizen aldaar, en overleed 17 Jan. 1841. Voor zijne gedichten werd hij 39 malen bekroond.
Hij schreef: Aenmerkingen op het handschrift voor titel voerende: Bewerp van Vlaemsche spelling, gevolgd van eenen oogslag op de Nederduitsche dichtkunst van M. Philips Jaques de Neckere, Ieperen 1815; Geschiedkundige onderzoekingen op de aloude aenstelling van den voogd en de schepenen en raden der stad Ypre, en de opvolgende veranderingen op de jaerlyksche vernieuwing ingevoerd, Ieperen 1815; Beleg van Ypre, door de Gentenaers en Engelschen, ten jare 1383, Ieperen 1826; Tydrekenkundige lyst van onuitgegevene handvesten, opene brieven en andere bescheeden, rustende onder de archieven van de stad Ypre, Ieperen 1829; Verhael van den moord van eenige schepenen, raeden en andere inwooners der stad Ypre, gebeurd den 29 en 30 Nov. 1303, bewezen door echte bescheeden voormaels nooit in het licht gegeven, Ieperen 1831; Eeuwigdurende verbond tusschen Jan den III, hertog van Brabant en Lodewyk den I, grave van Vlaenderen, Ieperen 1832; Nalezingen of vervolg van de tydrekenkundige lyst van uitgegevene handvesten, Ieperen 1832; Nalezingen of vervolg van de (uitverkochte) lyst, behelzende de opgave van meer dan 160 originale charters en bescheeden wegens de historie van Ypre; Beleg van Ypre, door de Engelschen en Gendtenaers, ten jaere 1383, en oorsprong van de feest gezegd der Tuindag. Met een verhael van de gebeurtenissen welke in Vlaenderen, omtrent dien tyd plaets hebben. Eerst in het licht gegeven onder den titel van Oorsprong van den Tuindag, door Adriaen van Schrick, heer van Rodorne; nu in den hedendaegschen styl overgebragt, en met geschiedkundige aenteekeningen verrykt, Ieperen 1833; Olivier van Dixmude, Merkwaerdige gebeurtenissen, vooral in Vlaenderen en Brabant, en ook in de aengrenzende landstreken van 1377 tot 1443; letterlyk gevolgd naer het oorspronkelyk onuitgegeven en titelloos handschrift, van Olivier van Dixmude, verrykt met eene voorrede, met geschiedkundige aenteekeningen, eene lyst van de veranderde woorden en eene alphabetische tafel, Ieperen 1835; Jan van Dixmude, Dits de cronieke ende genealogie van den prinsen ende graven van den foreeste van Buc, dat heet Vlaenderlant van 863 tot 1436, gevolgd naer het oorspronkelyke handschrift, Ieperen 1839. In