[Hendrik Kuyper Gzn.]
Kuyper Gzn. (Hendrik), geb. te Amst. 17 Dec. 1790 en overl. te 's-Gravenhage, 9 Maart 1873, als oud-prov. dir. van 's Rijks belastingen in Zeeland, was dichter en tooneelschrijver en gaf behalve tal van vertalingen van tooneelarbeid uit het Hgd. en Fr. in proza, nog de volgende werken in het licht: Lodewijk IX, trsp. naar het Fr. van Ancelot (poëzie), 's-Hage 1822; Koenradijn en Frederik, trsp. naar het Fr. van Liadières (poëzie), Amst. 1829; Verspreide en andere gedichten, Rott. 1830; Lofdicht op P. Pz. Hein, Rott. 1832; De Tachtigjarige strijd, in vier zangen, Rott. 1832, 4e dr. Amst. 1864; Vaderl. en andere gedichten, Rott. 1834; Het Hospitaal van Invaliden, Rott. 1836; Pythagoriana (Zedespreuken naar 't Fransch), Hoorn 1838; Rosamonda Clifford, trsp. naar E. de Bonnechose, Hoorn 1838; Gedenkzuil van het 25-jarig bestaan van Nederl. verlossing, Amst. 1838; Spelde- en naaldegeld, oorspr. tnsp., Amst. 1852; De Napoleoniden. Zang des tijds, 1864. Voorts tal van bijdr. in alm. en maandschriften.