[Lodewijk de Koninck]
Koninck (Lodewijk de), te Hoogstraten geb. 30 Oct. 1838, studeerde aan de Normaalschool te Lier. Den 31 Maart 1865 vestigde hij zich te Antwerpen, waar hij als onderwijzer bleef tot 4 April 1874, om te Meir, nabij zijne geboorteplaats, het ambt van hulponderwijzer te gaan waarnemen. Vervolgens werd hij kantonaal opziener der Staatsscholen en in 1879 provinciaal opziener van het vrije onderwijs.
De dichterlijke werken door hem uitgegeven zijn: Heidebloemen, Lier 1869; Krijgslied der Vlamingen, Antw. 1873; Het Menschdom verlost, tafereelen door Lodewijk de Koninck, Antw. 1872, 1873, 1875, 1878, 1883; Eene Ode aan Vondel, Turnhout 1878; Galerij van vaderlandsche tafereelen, opgehangen rond de wieg van P.P. Rubens, Turnhout 1878; Kerk en Paus. Jubelzang op het gouden priesterschap van zijne Heiligheid Leo XIII, Turnh. 1887; Diest en de H. Joannes Berchmans, gedicht, Mechelen 1888.