Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde
(1888-1891)–F. Jos. van den Branden, J.G. Frederiks– Auteursrecht onbekend[Jan Jakob Lodewijk ten Kate]Kate (Jan Jakob Lodewijk ten), geb. 23 Dec. 1819 te 's-Grav., openbaarde reeds vroeg zijne dichtergave en aanleg tot redenaar, zoodat hij, na van 1833 op een solliciteurskantoor gewerkt te hebben, vier jaar later naar Hemmen ging om in de pastorie van Heldring, z.a., meest door zelfoefening zich te bekwamen tot de admissie aan de hoogeschool. In Jan. 1838 werd hij theol. stud. te Utrecht, Mei '44 proponent, Jan. '45 pred. te Marken, en huwde den 7n Mei van dat jaar Johanna Sophia Waldorp, dochter van den beroemden zeeschilder. Van 1847-'50 stond hij te Almkerk, daarna te Middelburg en werd, in April 1860 bevestigd te Amsterdam. Zijne heerschappij over de taal als schrijver en spreker, zijne ongemeene talenten als dichter en poëtisch vertolker, en zijne zoo zeldzame gave der improvisatie zijn overbekend. Een overzicht van de meeste zijner geschriften leert ons zijne vruchtbare werkzaamheid kennen. Dichtwerken: Gedichten, '-Gravenh. 1836; Bladeren en Bloemen, Rott. 1839; Rozen, Utr. 1839; Nieuwe rozen, Utr. 1839; Ahasverus op den Grimsel, Dordr. 1840, 2e dr. Leid. 1864; Poëzy voor Hollands schoonen, Haarl. 1841; Zangen des Tijds, Utr. 1841; Habakuks prophecy, in dichtmaat, Utr. 1842; Thomas Chatterton, Utr. 1842; Legenden en Mengelpoëzy, Monnikendam 1846; De Durgerdamsche visschers, Haarl. 1849; Nieuwe dichtbloemen, Amst. 1849; In den Bloemhof, Haarl. 1851; Christus remunerator, Haarl. 1852, '58; Lier en harp, Midd. 1853; Dood en leven. Leerdicht, Kampen 1856; Stichtelijk Huisboek. Dichterlijke bladen, Dev. 1859, 2e dr. Leid. '66, 3e dr. ald. 1876; Bragiaantjes en ander kleingoed, Schiedam 1859; Dichtwerken, Compl. uitg. tot 1866, Leid. 1861-'66; Het boek Job, in Ned. dichtvorm, 1865, 2e dr. als: De Jobeïde, ald. 1869; De Schepping. Een gedicht, Utr. 1866, 2e dr. 67, 3e dr. '69; Schemeravonden, Arnh. 1866; De Planeten. Een gedicht, 's-Grav. 1869; De Jaargetijden, Gron. 1871, 2e dr. 's-Grav. '76; De Psalmen, Amst. 1872-'74, 2e dr. '79, 3e dr. '86; Christendom en poëzie, Amst. 1873; De historie van Asschepoetster, Rott. 1873; Eunoë. Verspr. en nieuwe ged., Leid. 1874; De prophetie van Nahum, Amsterd. 1875; Een handvol dichtbloemen, verspr. en nieuwe, Amst. 1876; Godsd. poëzy. Volledige uitgave, Leid. 1879, '80; Mozaïek. Sneldichtjes, Amst. 1881, 2e dr. ald. '83; De vrouw in 't Neêrl. lied. Keur van zangen, Haarl. 1882; Huwelijks-album, 's-Grav. 1883; Palmbladen en dichtbloemen, Amst. 1884; De Nieuwe kerk te Amsterdam, Amst. 1885, 2e dr. 1889; Elck wat wils. Sprokkelingen, Amst. 1887. Vertaalde dichtwerken. Parisina naar Lord Byron, (voor vrienden gedr.), 1836; Oden van Anacreon (met S.J. v.d. Bergh), Gron. 1837; Vertaalde poëzie, 's-Grav. 1839; De Gjouwer, van Lord Byron, Dordr. 1840, nieuwe vertaling, Haarl. 1859; Lange's Christen-harptoonen, Amst. 1847, 2e dr. '56, 3e dr. '68; Luther's harp, Arnh. 1853; Lange's Nieuwe Chr.-harptoonen, Arnh. 1854, Sneek '76; Tasso's Jeruzalem verlost, Haarl. 1856; M'Cheyne, Liederen Sions, Arnh. 1857; Bloemen uit den vreemde, drie verz., Amst. 1857-'59; Panpoëticon, Haarl. 1860; Tegnèrs Frithiofs saga, Haarl. 1861, Amst. '76, Rott. '82; Panpoëticon, nieuwe bundel, Leid. 1862; Chamisso, Vrouwenliefde en Vrouwenleven, Amst. 1862; Tegnèr. Eerste avondmaalsviering, Leid. 1864: Schiller's Maria Stuart, Zutfen 1866; El. Sewen's Moeders laatste woorden, Amst. 1866, ald. '67, Utr. '87; Andersen's sprookjes en verhalen, Leid. 1868; La Fontaine's fabelen, Amst. 1868-'71; Karel XV, kleine gedichten, Leid. 1868; Oehlenschläger's Corregio, Leeuw. 1868; Alfred de Vigny, De zondvloed, Amst. 1869; César Mallan, De harpe Sions, Amst. 1870; Natuur en godsdienst. Uit Edg. Quinet's La Création, Amst. 1872; Uit den vreemde. Bloeml. uit | |
[pagina 410]
| |
de vert. poëzie der kompl. dichtw., 2 dln., Leid. 1875; Sankey's gewijde zangen en solo's, Amst. 1875; De Hel van Dante, Leid. 1876; Goethe's Faust, eerste deel, Leid. 1878, 2e dr. '81, miniatuurdruk, ald. '81; Schillers Lied van de klok, Leid. 1879; Lange's Van den Olijfberg, Arnh. 1880; Milton's Paradijs verloren, Leid. 1870; Victor Hugo's Lyrische poëzie, Amst. 1881; Longfellow. Litt. biogr. studie met eenige zijner ged., Culemb. 1883. Bijdragen in: De Boekzaal, 1834; Ter Naged. van Koningin Wilhelmina, 1837; Mengelingen van Oefening kweekt kennis, 1836-'51; Braga, 1e dl., Utr. 1842, Dev. '82; Daphné, Utr. 1850-'52; Apostelen en Profeten, Amst. 1851, '52; Bloemenkrans voor de jeugd, Amst. 1852; Korenbloemen, Amst. 1853; Zomerbloempjens, Amst. 1854; Herfstuiltjes, 1854; Steenen voor het huis-altaar, Amst. 1854; Uit de kinderwereld, Sneek 1856; Tien blz. uit de gesch. van Neerl. roem en grootheid, Haarl. 1858-'62; Hertha, Rott. 1859; Bijb. vrouwen, 2 dln., Haarl. 1859; Kunst en Harmonie, Utr. 1860; Heliotropen, Leid. 1864; Kunst en poëzy, Utr. 1868; Neerl. nieuwe kunst, Amst. 1871; Voor visschers gevangen, Amst. 1873; Bloemengefluister, Amst. 1887. Geschriften in Proza. Christel. overdenkingen, 4 jrgg., Amst. 1849-'52; Christoterpe. Stichtelijk huisboek, 3e jrg., Schied. 1859-'52; Leerredenen, Rott. 1851; De Christel. Zondagsbode, Midd. 1853, '54; Italië. Reisherinn., Arnhem 1857; Italië. Nieuwe reisherinn., Arnh. 1860-'62; Onze kinderen in den hemel. Troostwoorden, Leeuw. 1860, 2e dr '75: De Middelaar Gods en der menschen, Amst. 1861, '62; Langs den Rhijn. Een reisboeksken, Leid. 1861; Vliegende bladen, Verstr. proza-st., Amst. 1861; Wij zullen elkander wederzien, Amst. 1861, herdr. '64, '67, '73 '87; Stemmen des vredes. Nieuwe leerr., Amst. 1863, 2e dr. '68; Op 's levens tweesprong, Amst. 1865, 2e dr. '71, 3e dr. '84; Eigen Haard. Gulden woorden voor het huisgezin, Amst. 1867, 2e dr. '72; De mensch in den strijd des levens, Amst. 1870; Godsd. album, Dev. 1874, 2e dr. '78, 3e dr. '82; Dicht bij het Vaderhuis, Amst. 1880; Na arbeid en strijd. Lektuur op den eersten dag der week, Amst. 1882. Vertalingen in proza. Stichtel. huisboek van Cleynman; Lavater's Brieven; Malan. De ware vriend der jeugd; Young's nachtgedachten, 2e dr. naar Schenk; Sinai en Golgotha van F.A. Strauss; Petri's Shakespere ingeleid in den chr. kring. Voorberichten en aanbevelingen vóór Brouwenaar's Dichterl. nalatenschap; Ged. van Antje Ball; Ged. van Elter-Woesthoven; Anna's Veldviooltjes. Gedichten, en Uit de dichterl. nalatenschap, benevens in eenige meestal stichtelijke werken; Uitgave der Dichterl. nalatenschap van A. Boxman. Voorts kleine afz. geschriften in dicht en ondicht. |
|