[Johannes de Jongh]
Jongh (Johannes de), geb. 16 Oct. 1742 te Londen, waar zijn vader van 1736 tot 1791 pred. der Nederl. gem. was, doch hij zelf niet in het door den heer Moens uitgegeven doopboek, blz. 39, voorkomt, was pred. te Burgharen-en-Herwen, Streefkerk, Zalt-Bommel, Kampen, en van Maart 1785 tot zijn emeritaat 29 Maart 1818 te Leeuwarden; hij overl. aldaar 29 Nov. 1830.
Hij schr.: Gedichten over godsd. onderwerpen, Leeuw. 1800; Dagelijksche herinneringen, om gelukkig te leven, Amst. 1806.
(Romein, Pred. in Friesland, blz. 38.)