[Jacob de Jongh]
Jongh (Jacob de), overl. te Amst, tusschen 1756 en 1764, schreef: Postcomptoir van Cupido en Mercurius, uytleverende veelerley voorschriften van Brieven uyt beroemde schryveren, in verscheyde Taalen getrokken, Amst. 1750, 5e dr. Amst. 1775; vertaalde: Beredeneerde beschouwing der schilderkunde, door den heer Roger de Piles, en Zamenspraak over de schilderkunde door Lodovico Dolce, Amst. 1756 en Leeven van Stanislaus Leszczinski.... uit het Fransch van Aubert, 2 dln., Utr. 1770. Ook bezorgde hij: Het leven der Nederl. en eenige Hoogd. schilders, voormaals beschreven door Karel van Mander, 2 dln., Amst. 1764.