Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde
(1888-1891)–F. Jos. van den Branden, J.G. Frederiks– Auteursrecht onbekend[Willem Jozef Andries Jonckbloet]Jonckbloet (Willem Jozef Andries), werd 6 juli 1817 geb. te 's-Gravenh., waar zijn vader hoffourier was. De gebeurtenissen van 1830 beletten zijne opleiding aan de Kon. Mil. Akademie, hij bezocht daarom het Haagsche gymn. en werd 12 Mei 1835 med. stud. te Leiden. Hoe Klikspaan over de werkzaamheid en Braga over het vacantie-leven van ‘Flanor’ dachten is bekend. Hi wijdde niettemin zijne groote gaven aan de Ned. letteren, verdedigde, onder den titel van jur. stud., 22 Sept. 1840 zijn Specimen exhibens Ludovici de Velthem Chronici, en verwierf daarvoor, honoris causa, den doctorstitel in de letteren. Zijn volgende werken getuigen van een ongewoon arbeidsvermogen en nieuwe ontdekkingen op het gebied, vooral onzer mdnl. letteren binnen- en buitenslands. Den 10 Febr. 1848 sprak hij zijne inwijdingsrede uit als hoogl. aan het Dev. athenaeum, 1854 aan de universiteit te Gron.; in 1864 werd hij lid der Tweede Kamer, verwiswisselde zijn mandaat in 1877 met het hoogleeraarsambt te Leiden, dat hij in 1883 wegens zijne gezondheid moest nederleggen; daarna woonde hij te Wiesbaden, waar hij overl. 19 Oct. 1885. Zijn vriend dr. Campbell en zijn leerling prof. Moltzer hebben hem in de hieronder vermelde plaatsen in leven en verdiensten geschetst. Behalve gen. Specimen, kleinere stukken, redev. en verspreide opst., zijn zijne voor- | |
[pagina 395]
| |
name werken en uitgaven de volgende: Lett. en geschiedk. aant. op de Rymkronyk van Jan van Heelu, betr. den slag van Woeringen, door Van Wijn (met A.W. Kroon z.a.), 1840; Cluys-werk, 1841; Beatrijs, met aanhangsel, 1841 en 1859; Die Dietsche Doctrinale, 1842; Physiologie van Den Haag, (naamloos), 1843; Karel de Groote en zijne XII pairs, (rom. v Lorreinen), 1844; Die Dietsce catoen, 1845; Walewein, 2 dln., 1846-'48; Lancelot, 2 dln., 1846-'49; Over mndl. epischen versbouw, 1849; Spiegel historiael van Maerlant, IV, 1849; Le roman de la charrette, 1850; Theocratie en grondwet, 1851; Gesch. der mdnl. dichtkunst, 3 dln., 1851-'55; Van den Vos Reinaerde, 1856; Beatrys en Carel en Elegast, 1859; Etude sur le roman de Renart, 1863; Gedenkboek der hoogeschool te Gron., 1864; Guillaume d'Orange, 1867; Gesch. der Ned. letterk., 2 dln., 1868-'72, 2e omgew. uitg., 2 dln., 1873, '74, 3e dr. 5 dln., (dl. 6 door dr. G. Penon), 1881-'85, 1e dr. hgd. vert. door Mevr. Lina Schneider, 2 Th., 1870, '71; Bekn. gesch. der Ned. lett., 1872. 2e omgew. dr. 1880; Nieuwe Refereinen van Anna Bijns (met prof. Van Helten, één stuk. 1880; Levensschets van Eelco Verwijs, 1881; Corresp. et oeuvre musicales de Const. Huygens, (met prof. Land); Nieuwe Ref. van Anna Bijns, met andere Rederijkers ged. uit de XVIe eeuw, (met prof. Van Helten), 1e stuk, 1886. (Ned. Spect. 1885; Jaarb. Kon. Akad. 1886.) |
|