Hij maakte met Jonckbloet voor de pers gereed de Letter- en geschiedk. aant. van Mr. H. van Wijn op de Rijmkronijk van Jan van Heelu, betreffende den slag van Woeringen in 1288, 's-Grav. 1840 en schr.: Ons Vaderland, geschetst voor jonge lieden, 's-Grav. 1850, '51, 2e dr. 1864; Beschr. van 's-Gravenhage, 6 afl., 's-Grav. 1882-'55; Gesch. van het huis van Oranje-Nassau, 11 afl., Utr. 1853-'58; Het Willemshospitaal te 's-Gravenhage, 's-Grav. 1854; Tegenw. staat van het Kon. der Nederl., Amst. 1863; Levensschets van Franz Wilhelm Junghuhn, Amst. 1864; Het Amst. Stadhuis, thans paleis, 1625-1700, naar off. bronnen, Amst. 1867; Jan de Witt contra Oranje, geschiedk. bijdr. met bijlagen bevattende de verhooren van Corn. de Witt, Amst. 1868; Amsterdam in 1672. Hist. schets naar off. bronnen, Amst. 1888, benevens bijdragen in tijdschr., enz.