Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde
(1888-1891)–F. Jos. van den Branden, J.G. Frederiks– Auteursrecht onbekend[Anthony Jansen]Jansen (Anthony), ook Janssen van ter Goes genoemd, in 1621 te Goes geb., vestigde zich in 1651 te Amsterdam en overl. te Bloemendaal 9 Juni 1696. Hij was de vader van den dichter Joannes Antonides, zie blz. 22. Over zijne volledige werken is de onderstaande bron zeer overvloedig, bijzonder ook over zijn uiteinde. Schr.: Christelijck Vermaeck, bestaende in verscheyden stichtelijcke Rijmen en Gezangen, Haarl. 1645; Zederijmen bestaande in Zangen en gedichten, op nieuwe muziek door S. Lefèvre, Amst. 1656; Bijgedichten op de beschrijving van het Doolhof te Versailles, Amst. 1678, 1722; Zinnebeelden getrokken uit Horatius Flaccus. Met bygedichten, Amst. 1683; Gedichten op Otto Vaenius' Zinnebeelden, Amst. 1684; De menschelijke Bezigheden, bestaande in Regeering, Konsten en Ambagten, in 100 figuren uitgebeeld, met Versen daar op passende, Haarl. 1695; De weerloosheyt verdedigt in tegenstelling van oorlog en wraakgierigheid, Amst. 1700 en eene groote menigte gelegenheidsgedichten. (De la Ruë, Gelett. Zeel., 406.) |
|