Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde
(1888-1891)–F. Jos. van den Branden, J.G. Frederiks– Auteursrecht onbekend[Joannes Antonides]Antonides (Joannes) of Jan Antheunisz, geb. te Goes, 3 Mei 1647, vanwaar zijne ouders met hem omtrent vier jaar na zijne geboorte te Amst. kwamen. Hij bezocht er de Lat. school en zou apotheker worden. Reeds in 1664 schr. hij Ned. gedichten en onderscheidde zich door het bezingen van gebeurtenissen in 1666 en '67; in het laatstgen. jaar schr. hij zijn trsp. Trazil of overrompelt Sina, en een vers op Vondels tachtigsten geboortedag. Hij werd ook bekend met Mr. Diderick Buysero, wiens moeder, Elisabeth de Vlaming van Oudshoorn, hem bij zijne Amsterd. geest-verwanten inleidde. Buysero werd secretaris van Vlissingen, waar men Ant. vaak bij hem aantreft. Antonides had in 1671 zijn' IJstroom uitgegeven, en zich in bijzondere lessen, tot de studie der geneesk. voorbereid; na de bevrijding van Utrecht, werd hij daar den 13 Juni 1674 student, promoveerde er ‘Over de draeyiinge van het hoofd,’ en vestigde zich te Rotterdam, onder bescherming van Buysero, sedert Mei 1674 lid der admiraliteit te Rotterdam. In 1678 huwde hij Suzanne Bormans, wier broeder Pieter pred. te Ketel was, en overleed 18 Sept. 1684; hij is in de Groote kerk te Rott. begraven, als ‘Docter Jan Antonides.’ Zijn latere arbeid bestaat meest in gelegenheidsstukken; zijn plan voor een epos, Paulinade - het leven van den apostel Paulus - gaf hij op, deels omdat de tering, zijne moeders kwaal, hem sloopte, deels om kerkelijke geschilpunten te ontwijken. Zijn hekeldicht Marsyas is tot de voormalige kunstbroeders van ‘Nil’ gericht. Zijn vader Antheunis Jansz. (z.a.) gaf zijne Gedichten uit, die veelmalen herdrukt zijn, en waaraan slechts weinige ontbreken. |
|