[P.F. Thomas van Hoogstraten]
Hoogstraten (P.F. Thomas van), geb. te Escharen, bij Grave 7 Sept. 1845, studeerde op het Kollege der Paters Jezuïeten te Ravenstein, trad in 1864 in de Orde der Predikheeren, werd leeraar aan de Lat. scholen dier Orde te Nijmegen en kwam in 1868 als leeraar der wijsbegeerte te Huissen.
Hij gaf behalve kleinere geschriften: God en de Mensch, gedicht, Breda 1872; Is het heelal God? Utr. 1872; De Kunst der poezy. Een gedicht van Mr. W. Bilderdijk, opnieuw uitgegeven met aanm. en verkl., Utr. 1873; Een blik op de toekomst der Wetenschap, gedicht, Utr. 1874; De drie Zuster-kunsten. Een gedicht van Mr. W. Bilderdijk, met aant., Utr. 1874; Da Costa. Eene studie, Breda 1875; Dichterlijke verpoozingen, ald. 1876. In de Dietsche Warande vindt men van hem een gedicht, getiteld: De Poëzy.