[Mr. Jacob Hendrik Hoeufft]
Hoeufft (Mr. Jacob Hendrik), geb. te Dordrecht, 29 Juli 1756, werd in 1777 te Leiden doctor in de beide rechten en was zeer bedreven in de Lat. poëzie en Nederl. taalkunde. In 1780 vestigde hij zich te 's-Hage, in 1793 te Breda, waar hij lid van den raad was en 14 Febr. 1843 overl. Bij uitersten wil stelde hij een legaat in, waaruit eerepenningen bekostigd worden voor hen die het beste Lat. dichtstuk ingezonden hebben, naar het oordeel van de daartoe aangewezen leden van het Kon. Ned. Inst., later der Akad. van Wetensch.
Zijne in onze taal geschr. werken zijn: Taalk. aanmerk. op eenige oud-friesche spreekw., 2e uitgave, Leeuw. 1815; Taalk. bijdragen tot de naamsuitgangen van eenige meest Nederl. plaatsen, Breda 1816; Proeve van Bredasch taaleigen, 4 stukken, 1836-'37, met Aanhangsel, 1838; Verzameling van Fransche woorden, uit de Noordsche talen afkomstig of door sommigen afgeleid, Breda 1836-'40.