[Estella Dorothea Salomea Hijmans-Hertzveld]
Hijmans-Hertzveld (Estella Dorothea Salomea), werd 14 Juli 1837 te 's-Gravenhage geboren. Groote bescheidenheid weerhield de talentvolle vrouw van eene volledige uitgave harer schoone zangen, totdat haar overlijden, te Arnhem 4 Nov. 1881 voorgevallen, dit bezwaar wegnam.
Hare eerste gedichten zijn geplaatst in het Israëlitisch Jaarboekje, als: Elias in de woestijn, 1852, De opneming van Elias, 1853, Togt der Israëlieten door de Roode zee, 1854; in het blz. 51 vermelde tijdschr. Tot Nut en oefening: Julius Cesar op den Snowdon, en Hannibal. Tot een weldadig doel werden te 's-Hage in 1861 uitgegeven: God redt, en: Januari 1861. Verder dichtte zij Sauls dood (Vaderl. Letteroef., 1853); De herder en zijn hond, Slapende kinderen, Na den storm, (Almanak voor 't schoone en goede, 1854-'58); Roem, gedicht bij Schillers eeuwfeest, 11 Nov. 1859; Het Gebed, 1860; Abram, 1860; Bergen en valleijen, 1860; Maria Theresia, 1861; De Aalmoes, 1862; Poëzy, 1862; De Priesterzegen, 1863; Het lied der Negerin, een dag vóór de vrijheid, 1863; De Menschenhater, 1864; Stemmen en zangen, 1865; De zwaluwen en de gevangene, 1866; Het triomflied der beschaving, 1866; Maximiliaan van Oostenrijk, 1868, meest alle verschenen in het Jaarboekje voor Rederijkers. In eene fraaie uitgave en van de beeltenis der in de volle kracht harer letterkundige ontwikkeling overleden dichteresse voorzien, verschenen hare verzamelde Gedichten te 's-Gravenhage, 1881.
(Zie: ‘Diffugit stella’ in Ned. Spect., 1881, blz. 400.)