[Daniel Heins]
Heins (Daniel) of Heinsius werd geb. te Gent 30 Mei (9 Juni n. stijl) 1580, vluchtte met zijn ouders in 1583 naar Engeland, keerde met zijne weduwe geworden moeder te Gent terug, en week na de verovering dier stad andermaal uit naar Vlissingen, woonde ook in Den Haag, te Rijswijk en te Delft, werd in zijn veertiende jaar stud. te Franeker, den 30 Sept. 1598 te Leiden. In 1602 werd hij lector in de oude letteren, 1604 prof. te Leiden. Hij overl. in een staat van geestverzwakking, 25 Febr. 1655.
Zijne Ned. geschr. zijn: Af beeldinge van minne of Emblemata Amatoria, Rott. 1616, op nieu oversien, Leid. 1619; Nederduytsche Poëmata byeen vergadert en uytgegeven door P. Scriverius, Amst. 1616; Lofsanck van Jesus Christus. Amst. 1616, dikwijls herdrukt; Hymnus oft Lofsanck van Bacchus waer in 't gebruyck ende misbruyck van de wijn beschreven werd. Enkele andere losse verzen vindt men insgelijks opgenomen in zijn Poëmata, ook in den Bloemkrans van verscheidene gedichten, Amst. 1659.