[Jan Hartog]
Hartog (Jan), geb. te Westzaan, 14 Aug. 1829, werd in 1853 doopsgez. pred. te Joure, in 1854 te Zaandam en is sedert 1861 te Utrecht, waar hij den doctorstitel eershalve verwierf.
Hij schreef: Geschied. van de Predikkunde en de Evangelieprediking in de Protest. kerk van Nederland, Amst. 1861, 2e dr. Utr. 1887; De Spectatoriale Geschriften van 1741-1800. Bijdrage tot de kennis van het huiselijk, maatschappelijk en kerkelijk leven onder ons volk in de tweede helft der 18e eeuw, uitgeg. door het Prov. Utr. Genootsch. van Kunsten en Wetensch., Utr. 1872; De Oranjepredikanten en hunne tegenstanders. Bijdr. tot de kennis van den tijd der Patriotten, Rott. 1875; De Patriotten en Oranje van 1747-1787, Amst. 1882; Voorts opstellen in Jaarboeken voor Wetenschappelijke Theologie, Godgeleerde Bijdr., Doopsgezinde Bijdr. en in Geloof en Vrijheid, De Gids, enz.