van Zweden aan het Fransche hof. Op eene terugreis van Zweden naar Parijs, overl. hij te Rostok 28 Aug. 1645. Hij is te Delft naast den vorstelijken grafkelder begraven, waar eerst in 1781 een gedenkteeken werd opgericht; zijn 300ste geboortedag werd door de Kon. Acad. van Wetenschappen plechtig herdacht; in 1886 werd zijn standbeeld op het Delftsche marktveld ingewijd.
De Bibliographie der werken van Hugo de Groot door Dr. H.C. Rogge, 's-Grav. 1883, telt 462 nommers; uit de Chron. lijst zijner 94 geschr. blijkt, dat de vlg. in het Nederl. afzonderlijk verschenen zijn: Tractaat van de Oudtheyt van de Batav. nu Holl. Republique, 's-Grav. 1610; Oratie ghedaen in de verg. der 36 Raden der stadt Amsterdam, 's-Grav. 1616; Justificatie van de Resol. der Staten van Holland ende West-Vriesl., 4 Aug. 1617, (z. plaats) 1618; Vraghe en Antwoordt (Tsamensprake) over den Doop, 1818; Wtlegginghe van het Gebedt ons Heeren, Delft 1619; Christel. betrachtinge des lijdens Christi, 1619; Christel. gesanghen, Delft 1621; Bewijs van den waren godsdienst, 1622; Verantw. van de Wettel. Regieringh van Holl. en W.-Vr., 1622; Brief aan de Staten van Zeelandt, 1622; Request aen Syne Con. Maj. van Franckrijck over syne proscriptie, 1623; Inl. tot de Holl. Rechts-geleertheyd, 's-Grav. 1631; Consultatiën, ann. 1600-'32, Rott. 1645-'85; Wtlegginghe des Alg. Sentbrief van den Apostel Joannes, Rotterd. 1644; Advys nopende 't recht de steden competerende in cas van judicature, Midd. c. 1710. Tot de Nederl. vert. zijner beroemdste werken behooren: Vrye zeevaert, Leid. 1614, Haerl. 1636, 1639, 1641; Drie boecken nopende het recht des oorloghs ende des vredes, Haerl. 1635, Amst. 1651, 1705; Nederl. Jaerb. en historiën, Amst. 1681; Aant. over het Ev. van Mattheus, Gouda 1685; Van de waerheyt der chr. godsdienst, Amst. 1653, 1667, Rott. 1686, 1693, 1706, Amst. 1728. Voor zijne Ned. verzen: Versch. Ned. ged., Amst. 1651 en 1659 (Dr. Penon, Bijdragen, I en II, Gron. 1881); Oovergebleeve Rym-stukken, Delft 1722, 1731 en de uitgaaf van Jer. de Vries, Amst. 1844.
(Hugo de Groot herdacht in de Kon. Akad. van Wetensch., Amst. 1883.)