[Michiel Johannes de Goeje]
Goeje (Michiel Johannes de), broeder der voorg., geb. te Dronrijp, 13 Aug. 1836, stud. te Leiden in de letteren sedert 14 Sept. 1854, prom. er in 1861, werd interpres van het Warneriaansch legaat, in 1865 buitengewoon, den 5 Juli 1869 (gewoon) hoogl. in de Oostersche talen te Leiden en was geruimen tijd schoolopziener.
Schr., behalve bijdr. in tijdschr., met name in Ned. Spectator, in onze taal: De belangrijkheid van de beoef. der Arabische taal- en letterkunde, 's-Grav. 1866; Kosteloos onderwijs, Leid. 1866; Ontwerp van Wet tot regeling van 't H. Ond., met aanteekeningen, 's-Grav. 1874; Aant. op het wetsontwerp Kappeyne tot regeling van het L. Ond., Leid. 1878; Levensbericht van prof. R.P.A. Dozy, 1883.