[Frans Hendrik Gobbers]
Gobbers (Frans Hendrik), geb. te Mechelen, 17 Sept. 1845, voltrok zijne normale studiën te Lier, werd gediplomeerd den 19 April 1865 en was vervolgens hulponderwijzer in de gemeenteschool te Leuven van 1865 tot 1866; leeraar in de middebare school te Lokeren van 1866 tot 1867; hoofdonderwijzer te Waasmunster van 1867 tot 1879; bestuurder van de St. Jansschool te Mechelen van 1879 tot 1884; bureeloverste in de redactie van Het Handelsblad van Antwerpen, van 1884 tot 1887, en sedert 1 Oct. 1888 hoofdopsteller van het dagblad Het Land, van Brussel.
Behalve artikels in de bladen De Klok van Sint Nicolaas en De Mechelsche Courant, schreef hij: Kobe Snulleman, kluchtige alleenspraak met zang, Gent 1877; De verloren Hoek, novelle, Gent 1877; De jonge Kantwerkster, luimige alleenspraak met zang, Gent 1878; Loon naar Werken, zedeverhaal, Gent 1878; Bertje Daelman, novelle, Gent 1878; Drie tafereeltjes voor de katholieke Jeugd, Gent 1880; Stichtende avondstonden of de kleine godvruchtige verteller, Mech. 1881; Maria's voorname Feestdagen, prijsboek voor de Jeugd, Mech. 1881; Het Huisgezin van den Bode, Mech. 1881; Op het Hof van Brozem-Oom, Mech. 1881; Lodewijk XVII, naar de beste Fransche bronnen, Mech. 1881; Bezoeken in den Dierentuin van Antwerpen, Mech. 1885; In 't Kasteeltje of het nut der Huisdieren, Mech. 1885; Herinneringen van een oud pauselijken zouaaf, Mech. 1885; Prins Boudewijn, Ninove 1886; Plichten van den Mensch ten opzichte der Dieren, bekroond met den 1n prijs door de Antwerpsche Maatschappij tot bescherming der dieren, Antw. 1886.