[Guido Gezelle]
Gezelle (Guido), geb. 1 Mei 1830 te Brugge, studeerde voor den geestelijken staat en ontving de priesterwijding in 1854. Hij werd in 1857 professor aan het Seminarie te Roeselare en opvolgend was hij bestierder van de Engelsche school te Brugge, onderpastoor te Brugge en te Kortrijk, waar hij thans nog is.
Hij schreef: Aen de eerweerdige heeren Petrus, Vitalis en Victor Carlier op des laetsten priesterzalving, 21 wintermaend 1850, Roes. 1850; Welkomwensch door het broederschap van het allerheiligst Sacrament, opgedragen aen den eerweerden heer Lodewyk Boone, vierende zynen plegtigen intrede als pastor te Gheluwe den 4 January 1855, Roes. 1855; Eergedicht ter blyde geheugenis van de vyfjarige jubelfeest gevierd te Brugge, den 26 Juny 1855 door den weledelen heer Philippus Verhulst, Brugge 1855; Boodschap van de vogelen en andere opgezette dieren zich bevindende in 't museum in 't klein seminarie te Rousselare, binst het schooljaer 1854-5, Roes. 1855; Gedicht, opgedragen aen de weerde Mevrouw Aloisia (Lucia Mahieu) ter gelegenheid van hare inwydinge, door zyne Hoogweerdigheid den bisschop, als XXIV abdis van de abdy der heilige Godelieve, binnen de stad Brugge, den 22 Augustus 1855, Roes. 1855; Vlaemsche Dichtoefeningen, Roes. 1858 en Leuven 1878; Kerkhofblommen, geplukt en bewaerd ter nagedachtenis van zaliger mynheer Eduard van den Bossche, Dicht en ondicht, Roes. 1858, 2e druk 1860; XXXIII Kleen gedichten, Roes. 1860; Het kindeke van de Dood, Roes. 1860, 3e uitg. 1881; Gedichten, gezangen en gebeden, Brugge 1863 en Leuven 1879; Een Noordsch en Vlaemsch Messeboekske, met inleidinge, uitleg enz., Roes. 1860; Sint Franciscus en de capucijntjes te Brugge, Brugge 1867; Historie van de confrerie van St. Rochus, bestaande in de parochie van Ste.-Walburge te Brugge, Brugge 1867; Van den kleenen Hertog, vertaald uit het Engelsch, Tielt 1877; De Dolaards in Egypten, vertaald uit het Eng., Brugge 1871, 3e uitg. Roes. 1879; Het pelgrimsboekske van St. Louis bij Deerlijk, Kortrijk, 1874; Gedichten, Roes. 1878, 4 dln.; Uitstap in de Warande, Roes., 1878 2e druk; Volledige Gedichten, Leuven 1878-'80, 4 dln.; Liederen, eerdichten et reliqua, Leuven 1880; Zes Marialiederen, voor vierstemmig gemengd choor, zonder begeleiding, Brugge 1885; Duik- of Plukalmanak voor 1886, Brugge 1886; The Song of Hiawatha, overgedicht in 't Vlaamsch, Kortrijk 1886; Madoc, Gent 1887. Met L.L. de Bo en anderen gaf hij uit: West-Vlaamsch Idioticon, Brugge 1873. Teven was hij mede-