[Petrus van Genabeth]
Genabeth (Petrus van), in de Roomsch-Kath. kerk op het Begijnenhof te Amst. gedoopt den 10 Febr. 1793, werd 19 Oct. 1814 op 21-jarigen leeftijd onderw. van den derden, twee jaar later van den tweeden rang, was destijds openb. onderw. te Amst., waar hij een paar maanden vroeger gehuwd was met E.L.C.E. Schabracq, eene onderwijzeres van Isr. herkomst, met wie hij daar eene school had. Hij werd in 1817 leeraar in de Nederd. taal aan het Athenaeum te Doornik, en twee jaren daarna aan dat te Brugge. Door de Belgische revolutie tot de vlucht genoodzaakt, ging hij terug naar Amst., waar hij een jaargeld kreeg en zijne vrouw weder een school opzette, terwijl Pieneman hem in 1843 klerk en opzichter bij de tentoonstellingen van Arti et Amicitiae maakte. Hij overleed te Amsterdam 19 Sept. 1852.
Hij schreef: Redevoering over het noodzakelijke van de aankweeking der volkstaal en de genoegens daarmede verbonden, Brugge 1820; Redevoering over het ongegronde der vooroordeelen tegen de Nederl. taal, 's-Hage 1821; Beginselen der Nederd. taal, Brugge 1821; De Godspraak der 16e eeuw, tooneelvoorstelling, gelezen in de kon. Maatsch. van Vaderl. taal- en letterk. te Brugge den 9den van Bloeimaand 1823, Brugge 1823; Zede- en letterk. lessen, of Bloemlezing uit prozaschrijvers en dichters, Brugge 1828, 2e dr. Amst. 1833, 3e omgew. dr. Gron. 1862, 4e dr. 1869; Veertien jaren in Belgie en vlugt uit Brugge, Amst. 1831; De vermoedelijke gevolgen van den tegenwoordigen toestand van het Kon. der Nederl., Amst. 1836; Iets over de beoefening der Nederd. taal- en letterk. in Belgie. Eenige woorden aan alle voorstanders onzer moedertaal, bijzonder aan de leden van het in Sept. 1850 te Amst. gehouden tweede Nederl. letterk. congres, met een snuifje uit de oude Belgische doos, Haarl. 1851.
(Hand. Mij. Ned. Lett., 1853.)