[Jacob Hendrik Floh]
Floh (Jacob Hendrik), geb. te Crefeld in 1758, was doopsgez. pred. te Enschedé en werd in 1796 volksvertegenwoordiger. Na verloop van een jaar begon hem zijne politieke loopbaan tegen te staan; hij keerde naar zijn gemeente te Enschedé terug en bleef er, niettegenstaande hij verscheiden beroepen naar elders ontving, tot aan zijn dood, 25 Maart 1830. Floh heeft zich voornamelijk op 't gebied van 't schoolwezen verdienstelijk gemaakt: hij was lange jaren schoolopziener in 't 3e district van Ov.
Hij schreef, behalve godsdienstige en oeconomische werken: Vertrouwelijke gesprekken over verlichting, vrijheid, gelijkheid, Amst. 1795; Onderrigtingen, raadgevingen en wenken voorschoolonderwijzers, Gron. 1808, 2e dr. ald. 1821; Iets over de ondoelmatigheid der voornaamste weeshuizen in 't voormalig koningrijk Holland, Amst. 1811; Volksgeluk is zonder volks-deugd onbestaanbaar. 1822. Voorts werd hij door 't Nut bekroond voor zijne verh. Over het verband tusschen de deugd en het waarachtig geluk, 1793 en over de beste theorie van straffen en beloonen in de school, 1794.