[Mr. Hendrikus Octavius Feith]
Feith (Mr. Hendrikus Octavius), zoon van den voorgaande, geb. te Zwolle 19 Nov. 1778, stud. te Groningen, was eerst advocaat, sedert 1832 archivaris der provincie en sedert 1838 raadsheer in het prov. gerechtshof te Groningen, waar hij 27 Maart 1849 overleed.
Hij schr.: Redevoering in 1817 bij het 25-jarig feest van het Dep. tot Nut v. 't A. met geschiedkundige aanteekeningen, Gron. 1817; Het Groninger beklemrecht of verzameling van staats-resolutiën en andere tot het beklemrecht betrekkelijke stukken. 2 dln, met aanteek. Gron. 1828 en 1837; Verslag der commissie ter verzorging van de ongelukkig geworden ingezetenen door den veenbrand van 11 en 12 Juni 1833, met geschiedk. aanteek. Gron. 1833; Memorie over het beklemrecht, Gron.; Oudheden van het Goorecht van Groningen, ontleend uit den giftbrief van 1040 (met prof. A. Tpey) Gron. 1836; Geschiedkundig betoog over den ongehuwden staat der priesters reeds voor de 15e eeuw, opgenomen in de werken van Pro excolendo jure patriae; verder onderscheidene redevoeringen en belangrijke verhandelingen in tijdschriften, almanakken, enz.
(Hand. Mij. Ned. Letterk., 1849.)