[Coenraet Droste]
Droste (Coenraet), geb. te Dordrecht Aug. 1642, stud. sinds 1662 te Leiden in de rechten, doch koos in 1665 den krijgsdienst; in 1667 diende hij bij de mariniers, werd kapitein; in dien rang woonde hij den tocht van Chattam, in 1672 den slag van Solebay bij en was in 1676 ook in dien van Senef. Na 1676 verliet hij den dienst en leefde ambteloos in Den Haag. Den 8 Mei 1734 werd zijn lijk vandaar naar het familiegraf te Dordrecht overgebracht.
Van zijne hand verschenen: De Haegsche schouwburg, waarbij zijn gevoegd eenige Gedichten van den zelfden auteur, 2 dln., 's Grav. 1710-'14, eene verzameling van 16 zijner ook afzonderlijk voorkomende tooneelstukken, waarvan lang bekend bleef: De Haegsche kermis; Het leven van den Profeet en Koning David, Rott. 1716; Harderskouten en andere Digten, Rott. 1717; De Odyssea van Homerus berijmd, 2 dln., Rott. 1719-22; De Ilias van Homerus berijmd, 2 dln., Rott. 1721; Verversing van Geheugenis, 's Grav. 1723; een tweede druk verscheen als: Overblijfsels van geheughenis der bijzonderste levensgevallen van C. Droste in veld- en zeeslagen, 's Hage 1728. Droste liet een door hem bijgewerkt ex. na, dat als een derde druk vanwege de Mij. der Ned. Letterk. is uitgegeven door Prof. R. Fruin, Leiden 1879. De volledige editie van het hs. en een boekdeel met aant. maken deze gedenkschr. tot een der belangrijkste bescheiden van Droste's langen leeftijd.