[Jan van Droogenbroeck]
Droogenbroeck (Jan van) (psd. Jan Ferguut), geb. te Sint Amands op de Schelde 18 Jan. 1835, werd opgeleid in de Normaal-school van Lier, waar hij de lessen genoot van den dichter Jan van Beers; later werd hij de vriend en volgeling van den dichter J.M. Dautzenberg. Na twee en twintig jaren werkzaamheid als onderwijzer en veertien jaar als professor aan de muziekschool van St. Joos-ten-Oode-Schaarbeek (Brussel) werd hij aangesteld in het Ministerie van Binnenlandsche Zaken. Thans is hij Bureeloverste in het Algemeen Bestuur van Letteren, Wetenschappen en Schoone Kunsten.
Hij schreef: Makamen en Ghazelen, proeven Oosterscher poëzie, door Jan Ferguut, Gent 1866 en Roeselare 1887; Ondine, opera van Lortzing, opgevoerd in 1867. Van 1868 tot '72 bewerkte hij het Nederl.-Fransch en Fransch-Nederl. Woordenboek (2 dln., 5e uitgave, 1882) en het Zakwoordenboek (2 dln., 6e uitgave 1883) voor het huis Gebr. Callewaert, Brussel. In 1873 gaf hij uit: Dit zijn Zonnestralen, gedichten voor onze Vlaamsche jeugd, Brussel 1873, waarvan in 1884 de zesde uitgave verscheen; ten jare 1873 bekroonde de Kon. Academie van België zijne cantate: Torquata Tasso's Dood; in 1879 viel hem dezelfde eer te beurt met de cantate: Camoëns; in 1882 werd zijne vertaling en omwerking van het Leesboek Genonceaux (3 dln.) bekroond met den Prijs-de Keyn; in 1884 verscheen zijn Algemeen Nederlandsch Rijmwoordenboek met eene Inleiding over Rhytmus en Rijm. Mechelen 1883; en zijn: Algemeen Overzicht der in 't Nederlandsch mogelijke versmaten, Antw. 1874; vervolgens leverde hij: Verhandeling over de toepassing van het Grieksch en Latijnsch Metrum op de Nederlandsche Poëzij. Bekroond door de Koninklijke Academie van België, Brussel 1886. Ook vervaardigde hij eenige schoolwerken als: Het lezenleeren den kinderen aangenaam en gemakkelijk gemaakt, Mechelen 1880, en vertaalde uit het Fransch de Vaderl. Geschiedenis van L. Genonceaux; de Aardrijkskunde van M. Germain en de Verhandeling over het Perspectief van den kunstschilder Mr. Bosmet, prof. aan de acad. van Brussel. Als dichter-toonkundige bewerkte hij nog de metrische vertaling van Le Tournoi (De Ridderkamp) groote Koor van Riga voor den internationalen prijskamp van 1880, en een aanzienlijk getal andere muziekteksten, waaronder zes koralen van J.S. Bach, uitgegeven door Jos. Mertens. Voorts was of is hij medewerker van De Toekomst, Noord en Zuid, Het Nederlandsch Tijdschrift, De Zweep, Het Nederl. Museum, De Dicht- en Kunsthalle, De Vlaamsche Kunstbode, De Vlaamsche School, enz.