[Jan Frans van Droogenbroeck]
Droogenbroeck (Jan Frans van), geb. 15 Juni 1826, te Sint Amands (Provincie Antwerpen), ontving van 1846 tot 1849 zijn onderricht aan de Staatsnormaalschool te Lier en werd toen onderwijzer te Vilvoorde, waar hij in 1865 als hoofdonderwijzer zijn ontslag nam, om zich aan de letterkunde te wijden.
Hij schreef tal van redevoeringen, omstandigheids-gedichten en liederen, en gaf in het licht: De blauwe Hoeve, zedenroman, Brussel 1864 en 1868; De rijke Bedelaar, zedenverhaal, Gent 1870; Ivo Brijs, zedenverhaal uit onzen tijd, Gent 1871; Baron Arthur van Berckelghem, Gent 1873; Het Mannetje met de Toovertesch, Bruss. 1874.