Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde
(1888-1891)–F. Jos. van den Branden, J.G. Frederiks– Auteursrecht onbekend
[pagina 211]
| |
de teekenlessen ter academie, terwijl hij ook het koperdrijven leerde. Bij den aanvang van 1832 werd hij letterzetter en in Aug. 1852 richtte hij voor eigen rekening eene drukkerij op te Gent, waar hij een uitstekend boekdrukker werd en een ijverig voorstander bleef der Vlaamsche beweging, tot hij overleed op 23 Juni 1883. Hij schreef: Bruno de Spinner, blyspel in twee bedryven, Gent 1848; Richilde, drama in vier bedryven en vyf tafereelen, Gent 1848; Het Allijnshospitael te Gent; Gerechtigheid van Boudewyn Hapkin, Graef van Vlaenderen, Gent 1848; Aleide van Poelgeest, Een uertje vol angst, en Nummer Vyf, volksverhalen; Geen Geluk zonder Deugd, drama in dry bedryven, Gent 1851; Een Reisje naer de Tentoonstelling van Londen, Gent 1851; Het Dagboek van een Fabriekmeisje, tooneelspel in dry bedryven, Gent 1852; Verzint eer gy begint, spreekwoord in een bedryf, Brussel 1853; Het beeld, tooneelspel in één bedryf, Gent 1854; De Boekdrukkunst, Het wapen der Boekdrukkers en De katoennyverheid, voordrachten. De meeste zijner tooneelsukken zijn bewerkt naar het Fransch. |
|