Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde
(1888-1891)–F. Jos. van den Branden, J.G. Frederiks– Auteursrecht onbekend
[pagina 177]
| |
Behalve een aantal bijdragen in tijdschr. en jaarb., als: Doopsgez. Bijdragen, Geloof en vrijheid, Het brood des levens, en in den almanak Flora, Rotterd. Historiebladen, Eigen Haard, Gids, Tijdspiegel en Spectator, 1876, schreef hij: Het Nederl. zendelinggenootschap in zijn willen en werken geschetst, Rott. 1869, 2e druk 1874; Wandelingen door Nederland, met pen en potlood, met platen van P.A. Schipperus, Haarl. 1874, 17 dln. en een tweede uitgave 8 dln. in klein formaat. Dit werk wordt vervolgd onder den titel van: Nieuwe Wandelingen enz. Haarl. 1887; Het vergankelijke van al het aardsche en het onvergankelijke van het Evangelie. Rede, uitgesproken ter gedachtenis van het 100-jarig bestaan van het kerkgebouw der Doopsgezinde gemeente te Rott., 30 Mei 1875, met platen, Rott. 1875. |
|