[Hendrik de Coster]
Coster (Hendrik de), geb. te Brussel, omstreeks het midden der XVIe eeuw, studeerde voor den geestelijken staat en werd pastoor te Lokeren, in het land van Waas. Daar ontving hij van Rome den titel van Apostoliek notaris, doch hij bemoeide zich derwijze met de wereldlijke zaken, dat hij in oneenigheid kwam met zijne parochianen en in 1587 genoodzaakt was hen te verlaten. Hij bezocht Frankrijk en vertoefde in de abdij Saint Bertin te Sint Omaars. Echter keerde hij in zijn land terug, om in 1589 pastoor der Kathedrale kerk van Antwerpen te worden. Hij verliet deze stad op 30 Juni 1595 en werd kanunik en scholaster der Sinte Gudulakerk van Brussel. In deze stad leefde hij echter zoo ongebonden, dat Bisschop Hovius hem op 4 Juli 1607 deed gevangen zetten en bij den aanvang van het volgende jaar bevolen de Aartshertogen Albert en Isabella den schuldigen in den staatskerker van Vilvoorde op te sluiten. Daar sleet de ongelukkige den tijd met het schrijven zijner verdediging, welke hem niet verloste. Tot wanhoop gebracht, weigerde hij voedsel te nemen en hij bezweek aan den hongerdood op 11 Maart 1618. Buiten een vijftal Latijnsche werken werden van hem gedrukt:
Het leven van S. Joris, Patroon der Gulden Broederen van S. Joris Gulde die men noemt den Jongen Voetboge binnen Antwerpen, door H. Henricum Costerium, pastoor der Cathedrale kercke Onzer Lieve Vrouwen, Antw. 1590; Historie van d'outheyt ende der voortganck des Heylich Roomsche Gheloove, in deze Belgische Nederlanden... By Meester Jan Andries Heynshelmans van Rijthoven binnen synen leven verre begost, ende nu volmaeckt by neerstichede van Meester Henric Costerius, pastoor der Cathedrale Kercke Onzer Liever Vrouwen binnen Antwerpen, Antw. 1591; Het oudt Huysken van Bethleem met vele schoone Leysenen, Lofsangen, ende andere geestelycke Liedekens verciert... Nu verbetert, ende hermaeckt door Meester Henricum Costerium, Antw., 1605.