[Jan Bastijaan Christemeijer]
Christemeijer (Jan Bastijaan), was militair en woonde o.a. den slag van Waterloo bij. Later werd hij ambtenaar bij het prov. bestuur te Utrecht, en overl. aldaar, 77 jaar oud, 1 Jan. 1872.
Hij schr.: De wiskunde, dichtst., Utr., 1818; Tafereelen uit de gesch. der lijfstraffel. rechtspleging en bijzonderh. uit de levens van geheime misdadigers, Amst. 1821, onderscheiden malen herdr.; Oorkonden uit de gedenkschr. van het strafrecht en uit die der menschel. misstappen, Amst. 1821; Verscheidenheden, verhalen van gemengd. inh., Amst. 1821; Vrolijke tafereelen aan de vrienden van luim en gezelligheid toegewijd, Amst. 1822; Kleine vertellingen, anecdoten, en andere verstrooide opstellen, Amst. 1824; Nieuwe tafer. uit de gesch. der lijfstraffel. regtspleging, Amst. 1828, onderscheiden malen herdr.; Vaderl. uitboezemingen, Utr. 1830; Landelijk schoon, in het Sticht van Utrecht en omstreken, Utr. 1836; Het lustoord tusschen Amstel en Grebbe, en elders in het Sticht van Utrecht, Schoonh. 1837, 2 dln.; Hulstbloemen, een zestal dichterl. bijdr., Schoonh. 1838; Nieuwe bijdragen tot de gesch. van het strafregt. Schoonh. 1838; Proeve van een algem. bevatt. beantw. der vraag: Wat is de reden, dat wij, op het eerste aanschouwen van sommige menschen, een zeker gevoel òf van behagen, òf van mishagen, omtrent hen, bij ons waarnemen? Eene bijdr. tot mensch- en zielk. onderzoek, Schoonh. 1840; Mengeloogst, behelzende verspreide en andere verhalen, vertellingen