Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde
(1888-1891)–F. Jos. van den Branden, J.G. Frederiks– Auteursrecht onbekend[Marinus Frederik Andries Gerardus Campbell]Campbell (Marinus Frederik Andries Gerardus), geb. te Kampen 15 Oct. 1819, kwam reeds in 1838 als volontair aan de Koninkl. Bibl., werd in 1847 onder-bibliothecaris, volgde 7 Nov. 1868 zijn schoonbroeder en leermeester J.W. Holtrop, z.a., op als bibliothecaris, en in die hoedanigheid als bestuurder van het Museum Meermanno-Westreenianum, zoodat hij nu eene halve eeuw die groote diensten aan de studie en de wetenschap heeft bewezen, welke eenstemmig erkend worden als de volkomen volbrenging zijner zichzelf opgelegde levenstaak: ‘om de Bibliotheek zoo nuttig te doen zijn als mogelijk is.’ In 1875 koos dan ook de Leidsche universiteit hem tot Doctor honoris causa en de Koninkl. Acad. der wetensch. tot lid. | |
[pagina 145]
| |
Zijne bibliologische werken zijn door hunne bestemming in het Fransch geschreven, doch behooren uit hunnen aard tot onze letteren. Zijn aandeel in de Monuments typographiques van Holtrop is, zooal niet algemeen bekend, dan toch na te gaan uit de opdracht aan hem van dit beroemde werk. De Annales de la typogr. neerl. au quinzième siècle, verschenen te 's-Grav. 1874, 1e supplement 1878, 2e suppl. 1884. Twee fragm. in het mnl. plaatste hij in de verslagen der Vereeniging ter bevordering van Oudnederl. letterk.: een gedicht aan de Maagd Maria, en: Vanden vaghevier, dat Sente Patricius vertoghet was, Leid. 1847 en '48. Een onuitgeg. vervolg en slot op de vermeerderde Kronijk van Beka is geplaatst in Nijhoff's Bijdr., zesde deel. Als nieuwe uitgaven van zeldzaam geworden boeken, die op onze letteren en gesch. betrekking hebben, bezorgde hij: Reynardus Vulpes, waarvan het ex. der Deventersche bibl. omtrent 1473 door N. Ketelaar en G. de Leempt te Utrecht gedrukt was, 's-Grav. 1859; Joh. Colerus, Korte, dog waaragtige levensbeschrijving van Benedictus de Spinoza, - de druk van 1705 was tot op 3 ex. verdwenen, - 's-Grav, 1880. De levensberichten van Letterkunde bevatten van zijn hand dat van zijn schoonvader P.C.G. Guyot, 1861, en van zijn zwager Holtrop; het laatste is tevens de gesch. der Kon. Bibl. en van hare schoone bewaarplaats. Dr. Campbell is verder de schrijver van een groot aantal artikelen, met zijn naam of het bekende ‘ll.’ onderteekend, en in buiten- of binnenl. volgschriften geplaatst, het meest in den Kunst- en Letterbode. 's-Grav. 1854-'59 en sedert dat jaar in De Nederl. Spectator, waarvan hij altijd iets meer dan vast medewerker geweest is. |
|