[Mr. Johannes Willem Holtrop]
Holtrop (Mr. Johannes Willem), 20 Juni 1806 te Amst. geb. in eene familie, waarin het omgaan met boeken en het leven voor kunst als erfelijk was, bezat zoodanige veelzijdige kennis en gaven, dat het noodig is hier zich te beperken tot zijne verdiensten als bibliograaf en bibliothecaris, onder verwijzing naar de hieronder aangeduide en op blz. 144 hiervoor in het art. over dr. Campbell vermelde levensschets. In Maart 1829, na afloop zijner studiën, werd hij aangesteld bij de Kon. Biblotheek, destijds onder den abbé Flament, die zes jaren later op hoogen leeftijd overl., en H., toen onderbibl., voorloopig als hoofdbestuurder optrad, waartoe hij later werd benoemd en dit ambt heeft bekleed tot in 1868, met al de uitnemendheid van iemand, die geleerdheid aan minzaamheid, werkkracht aan hulpvaardigheid paarde, en de verdienste had anderen, voor zijn vak geschikt, in alles zoo op te leiden, dat zij hem konden vervangen, zoo niet overtreffen. Hij overl. 13 Febr. 1870.
Als knaap van 13 jaar vertaalde hij een kinderwerkje uit het Fr.: Paul of de gevolgen van vlijt, (met een door hem geteekend plaatje), Amst. 1819. Behalve bibliologische opst. gaf hij: De vorming van den Bibliothecaris, vertaald uit het Hoogd., 's-Grav. 1832; Cat. libr. qui in Bibl. Regia Hagana partim in duplo, partim in triplo inveniuntur, H.C. 1838; met G. en P. Simons en W.G. Schey: het Driemaandelijksch tijdschr., 's-Grav. 1836, dat in letterk. onafhankelijken waarheidszin zijn tijd wat ver vooruit was en gestaakt werd; Levensschets voor de Mij. Ned. Lett. van W.J.H. baron Westreenen van Tiellandt. overl. 1842, van wiens nagelaten verzameling hij ambtshalve directeur werd; voor dezelfde Mij. in 1853 die van den rijksarchivaris J.C. de Jonge; Cat. libr. saeculo XVo impressorum, quotquot in Bibl. Regia Hagana asservantur, Haag 1856. Vooral het gedenkstuk van zijne geleerdheid en werkzaamheid, gesteund door zijn zwager Campbell: Monuments typographiques des P.-Bas au 15me siècle. Collection de facsimile d'après les originaux conservés à la Bibl. Royale de La Haye et ailleurs, La Haye, 1857-'68.
In 1861 gaf hij uit: Confessionale ou Beichtspiegel nach den zehn Geboten, reproduit en facs. d'après l'unique ex. conservé au Musée Meerm. Westr.; eindelijk: Thierry Martens d'Alost. Etude bibliogr., La Haye 1867.