[Jacob van der Burch]
Burch (Jacob van der), geb. te Amst. in 1601, stud. te Leiden en werd als secretaris van krijgsoversten, o.a. van Graaf Ernst Casimir, tegen zijn' zin met het oorlogsleven te velde bekend, was in 1633 in dien rang geplaatst bij de gezanten naar Keulen, gelijk later op het congres te Munster, was in 1634 raad van den veldmaarschalk graaf van Brederode, werd in 1642 agent der Staten te Luik en tijdens die betrekking met eene zending naar Weenen belast; zijn verblijf te Luik, waar hij zich ook niet gelukkig gevoelde, duurde tot na de regeeringsveranderingen in 1651; later woonde hij ambteloos te Amst., waar hij overleed Dec. 1659.
Zijne gedichten zijn, gelijk die van zijn vriend Brosterhuysen en meer beoefenaars onzer poëzij, niet gezamenlijk gedrukt, doch alleen hier en daar opgenomen, of in hs. gebleven. Hij heeft de uitgave bezorgd der Gedichten van Hooft, Amst., 1636.