[Marinus Didericus de Bruyn]
Bruyn (Marinus Didericus de), geb. 8 Jan. 1809 te Delft, werd deels in de Lat. school, deels door bijzonder onderwijs voorbereid tot de theol. studiën, die hij in 1826 te Utr. begon, en in 1835 als candidaat eindigde, om zijn verder leven als privaatdocent voort te zetten; hij overl. te Utr. 26 Nov. 1881.
Zijne Nederl. en meest te Utr. uitgegevene werken zijn: De Faam, 4 nos., 1834; Feestwijzer, 1836; Nederd. Orthographie, Amst. 1840; Over cartographie van Palestina, Amst. 1845; De Chr. harp, 1848; Gedichten van Anna en Maria Tesselschade Visscher, 1851; Gids door N.-Holland, 1852; Kabinetbibliotheek der vaderl. literatuur, 6 dln., 1850-'55; bijdr. in den Utr. volksalmanak.
(Hand. Mij. Ned. Lett.. 1882.)