[Cornelis de Bruyn]
Bruyn (Cornelis de), geb. te 's-Grav. in 1652, had, om aan zijn vroeg ontwaakten reislust te voldoen zich eene niet geringe mate van taal- en wetensch. kennis verschaft en legde zich op de teeken- en schilderkunst toe. Hij deelt in zijne werken weinig aangaande zijn leven mede, doch verdedigt zich in De Levant tegen het daar heerschende vermoeden, dat hij medeplichtig was aan den bekenden moordaanslag op Jan de Witt. Hij zegt een Hagenaar te zijn, en Nic. Witsen schrijft over zijn boekje: Persepolis, 26 Febr. 1715, zonder van 's mans dood te gewagen. De eerste reis van De Bruyn is van 1 Oct. 1674 tot 19 Maart 1693; de tweede van 23 Juli 1701 tot 24 Oct. 1708. Hij woonde na zijne terugkomst te Utrecht en moet er in 1716 overleden zijn.
Werken: Reizen door de vermaardste deelen van Klein-Asia, de eilanden Rhodus, Cyprus, Metilino, Stanchio, enz., Mitsgaders de voornaamste steden van Egypte, Syrië en Palestina, verrijkt met meer als 200 kopere kunstpl., enz., Delft 1698; Reizen over Moskovië door Persië en Indië, verrijkt met 300 kunstpl., Amst. 1711, 2e dr. 1714; Aanmerkingen over de printverbeeldingen van de overblijfselen van het oude Persepolis, uitgegeven door de Heeren Chardin en Kaempfer, Amst. 1740, alle in het Fransch, Hoogd. en Engelsch vertaald.