Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde
(1888-1891)–F. Jos. van den Branden, J.G. Frederiks– Auteursrecht onbekend
[pagina 117]
| |
bureel van weldadigheid en der godshuizen in zijne geboorteplaats; tegenwoordig is hij aldaar griffier van het vredegerecht. Hij schreef: De volkstaal, dichtstuk. (bekroond), Ieperen, 1858; Geschiedenis van Wetteren, gevolgd van eene historische schets der omliggende gemeenten, Gent 1862; Historische schets der gemeenten Overmeire en Uitbergen, Brussel 1862; Beknopte Geschiedenis der toonkundige Maatschappij van Wetteren, Wett. 1863; Over de namen der gemeenten van het arrondissement Dendermonde, Denderm. 1863; Eene bijdrage tot de geschiedenis van het onderwijs, Antw. 1870; Burggraef Hipp. Vilain XIV, Wett. 1872; Geschiedenis van de gemeenten der provincie Oost-Vlaanderen, (met medewerking van Frans de Potter), Gent 1862-'86. Dit werk wordt nog voortgezet en bestaat reeds uit 32 deelen. Statistische verhandeling over de gemeente Nazareth (met denzelfden), bekroond door de Kon. Acad. van Brussel, Bruss. 1869; Antoon van Dijck, door Fr. de Potter en J. Broeckaert, bekr. door de Kon. Acad. te Bruss., Bruss. 1873; Geschiedenis van den Belgischen Boerenstand (met F. de Potter) bekr. door de Acad., Bruss. 1880; Over de letterkundige beweging in Vlaanderen tijdens de verledene eeuw, Gent 1880; Koninklijke Gilde van St.-Sebastiaan te Wetteren, Wett. 1881; Redevoering, uitgesproken ter gelegenheid der prijsuitreiking aan de bekroonde maatschappijen en tooneelisten in den wedstrijd, uitgeschreven door den tooneelkring: Voor Taal en Vaderland, te Wetteren den 26 Maart 1883, Wett. 1883; De Brug over de Schelde te Wetteren, Wett. 1886. |
|