[Albert Jan ten Brink]
Brink (Albert Jan ten), broeder van den voorgaande, geb. te Apping. 30 Jan. 1836, was vóór 1868 eenige jaren gouverneur bij verschillende familiën, werd in dat jaar rector te Ootmarsum, en was sedert 1870 rector en direct. der Hoog. Burg. School te Enkhuizen, van waar hij naar de h.b. school te Samarang werd overgeplaatst.
Hij schreef: Sophocles' treurspel Antigone, in Nederl. verzen vertaald, Haarl. 1861; Twaalf gedichten, Utr. 1861; Een ziel na den dood, romantisch gedicht van Heiberg, in Nederl. verzen vertaald, Utr. 1865; De Noordsche Don Juan of heer Kregels liefdesavonturen (psd. de literator Epimetheus) Ironisch-episch gedicht in 6 zangen, Leid. 1868; Willem van Harpen's leerjaren, novelle, Enkhuizen 1871; H.W. Longfellow, eene bloemlezing en waardeering, Beverw. 1873; Eerzucht en Liefde, blijsp., Purmer. 1874 en verder vele stukken in onderscheiden tijdschriften.