[Mr. Pieter van den Brandeler]
Brandeler (Mr. Pieter van den), zoon van Dr. Martinus, bovengenoemd, werd geb. te Dordr. 27 Febr. 1816. Te Leiden in 1839 tot Doctor in de beide rechten bevorderd, vestigde hij zich te Dordr. als adv. en fungeerde als plaatsvervangend kantonrechter van 1844 tot '49. Hij was Secretaris van Dordr. van 1847 tot 1870 en lid van het collegie van Regenten over het Huis van Arrest aldaar van 1849 tot '70.
In de berichten van het Hist. Genootsch. te Utr. leverde hij o.a.: Eene geschiedk. bijdrage over het jaar 1490, en in de Kronijk van dat Gen. (jaarg. 1867) eene beschr. en critische beschouwing van den Oudsten Voorregtsbrief der stad Dordr. van Juli 1220. Het archief der stad Dordr. werd door hem geordend en geïnventariseerd, welke Inventaris, in drie gedeelten uitgeg., in de jaren 1862-'69 in het licht versch. en in 1878 door een Supplement Invent. gevolgd werd. In 1870 zich in de residentie gevestigd hebbende, was hij als lid een der medearbeiders aan de Mededeelingen van de Vereen. ter beoef. der Geschied. van 's-Gravenhage.