[Gerardus Petrus Booms]
Booms (Gerardus Petrus), geb. te Maastricht 29 Oct. 1822, werd in 1838 kadet aan de Kon. Mil. Acad., in 1842 tweede luit. bij de Inf., in 1856 kapt. bij keuze, in 1863 majoor, in 1867 luit.-kolonel en in hetzelfde jaar Regiments-komm., in 1869 kolonel, in 1870 chef van den Generalen Staf, in 1871 Minister van Oorlog; uit die betrekking hetzelfde jaar op verzoek eervol ontslagen, werd hij herbenoemd tot chef van den generalen staf en bevorderd tot generaal-majoor; in 1873 op aanvrage om redenen van gezondheid gepensionneerd, bleef hij te 's-Gravenhage wonen.
Hij schreef, behalve een fransch werk over de Balische oorlogen van 1846-'49, Breda 1850; vertalingen in het Fransch van een paar krijgskundige geschriften van generaal Knoop; eene Wederlegging in het Fransch van het werk van den Belgischen generaal Eenens over 1831, Den Haag 1875; artikelen in den Spectateur militaire van 1851 en 1852, in den Nieuwen Spectator, de Gids, de Indische Gids, enz.: Veldtocht van het Fransch-Afrikaansche leger tegen Klein-Kabylië in de eerste helft van 1851, 's-Hertogenb. 1852 - een veldtocht, dien hij met de Fransche troepen meemaakte; Militaire statistiek en organisatie van Frankrijk, Nijm. 1852; Oostenr. en Zuid-Duitschland in den oorlog van 1866 tegen Pruissen, Krijgsk. schets, Schiedam 1867; Kissingen, eene episode uit den oorlog van 1866 in Duitschland, Schiedam, 1870; Een maarschalk van het tweede Keizerrijk en eene Fransche kolonie, Studiën over Algerië, 's-Gravenh. 1878; De eerste Atjehsche expeditie en hare enquête, historische critiek, Amst. 1881; Een slotwoord over de eerste Atjehsche expeditie, Amst. 1881; Het eerste boek van Neerlands krijgsgeschiedenis, de Batavieren, Caninefaten en Friezen onder en tegen Rome, 's-Gravenh. 1887.
G.P.B.