[Joan Hugo van Bolhuis]
Bolhuis (Joan Hugo van), geb. 20 Dec. 1805 te Baambrugge, werd doctor in de letteren te Utrecht, praeceptor aan de Lat. school aldaar en in 1839 hoogl. voor Nederl. taal- en letterkunde en geschiedenis aan de Kon. Mil. Acad. te Breda. Hij verloor zijn leven in een tweegevecht 14 Febr. 1844.
Zijn werken zijn: de Noormannen in Nederland, geschiedenis hunner invallen gedurende de 9e, 10e en 11e eeuw, met opgave van derzelver gevolgen, Utr., 1834, het volg. jaar met bijlagen en bijvoegsels vermeerderd; Proeve eener geschiedenis van het kasteel Vredenburg, eene bijlage tot de kennis der Spaansche overheersching, Utr., 1838. Voorts vindt men bijdragen van zijne hand in het Utrechtsche Tijdschrijft en in Nijhoff's Bijdragen voor Vad. Gesch. en Oudheidkunde. Al die bijdragen zijn na zijn dood door Dr. G.D.J. Schotel uitgegeven onder den titel van Verspr. letterarbeid, Utr., 1845.
(Hand. Mij. Ned. Lett. 1844.)