[Lambertus van Bolhuis]
Bolhuis (Lambertus van), geb. te Groningen 20 Nov. 1741 studeerde in de godgel. en was sedert 1766 achtereenvolgens pred. te Marsum, Noorddijk, Oostwolde, Leeuwarden en Groningen, waar hij in 1823 emeritus werd en 26 Aug. 1826 overleed.
Behalve eenige leerredenen schr. hij: Beknopte aanleiding tot de kennis der spelling, spraakdeelen, en zinteekenen van de Nederduitsche taal ten dienste van mingevorderden naar den nieuweren smaak ter uitgave opgesteld door Klaas Stijl, na des schrijvers tusschenvallenden dood uitgegeven, Gron., 1776; Beknopte Nederduitsche spraakkunst, Gr., 1793. Naamloos kwam van hem uit: Grammatica of Nederd. Spraakkunst, uitg. door de Bat. Maatsch. tot Nut van 't Alg., Leid., 1814.