[Joan Bohl]
Bohl (Joan), Doctor in de Rechten en in de Wijsbegeerte en Letteren. Officier en Ridder van verschillende Orden, Eerelid en Lid der Koninklijke Vlaamsche en Fransche Academiën van België, Eere-voorzitter en Lid van andere geleerde genootschappen in Italië en Nederland, enz., werd geb. te Zieriksee, 8 Oct. 1836. Aanvankelijk voor den handel opgeleid, bewoonde hij, gedurende vele jaren, verscheidene hoofdsteden van Europa, maar bestudeerde daar meestentijds de wetten, het staatsrecht, de staathuishoudkunde, geschiedenis en talen. Vóór zijn vertrek uit Nederland, verschenen sedert Augustus 1861 zijne eerste novellen in het te Rotterdam verschijnende tijdschrift: De Encyclopédie. De meeste dezer kleine verhalen werden later verzameld in vier bundeltjes, onder den algemeenen titel: Geschiedkundige werken, novellen en gedichten van J. Bohl J. Gz., Rott. 1863, '64.
Verder schreef hij, behalve talrijke artikelen in het Fransch: Horsa en Iliandi of Heidenleer en Christenwet. Rott., 1855. Willibrordus. Rott., 1856; Bonifacius. Gron., 1857; Pius VII en zijn Tijd., Rott., 1861-'62, 2dln.; Hemeltelg en Wereldling, 's-Bosch, 1858; Blijf bij ons, 's-Bosch, 1859; Onder het psd. Quos Ego: Waarom? 2 dln., Tiel, 1863. Onder dat van Hendrik Smits: Het Handschrift, Rott., 1856; Oom Adriaan, Rott., 1867; Najaarsbladeren, Rott., 1867; onder dat van Constantijn Ager: Koningin Bartha, van Conrad van Bolanden. Onder verschillende namen, als: J. Bohl Jr., J. Bohl J. Gz., Diodorus B. of Joan Bohl verschenen van hem een aantal novellen en andere werken in de tijdschriften: Museum voor de Jeugd, Europa, De Tijdstroom, 's Levens Leerschool, Nederland, Vaderlandsche Letteroefeningen, De Gids, De Ned. Spectator, enz. Alsmede in de Vad. Letteroef. eene vertaling uit het Italiaansch van De Nachtwaken van Torquato Tasso; uit het Spaansch: Arme Dolores en Simon Verde van Fernan Caballero. Zoo ook de werken derzelfde schrijfster: Spaansche Novellen, La Gaviota, Lagrimas, Lucas Garcia, alle Rott.; Elia of Spanje dertig jaar geleden, Haarl., 1874; De Ster van Andalusie, Haarl., 1875. Hij vertaalde van Ida gravin Hahn-Hahn: Twee Zusters, Leid., 1864. - Den 2 Febr. 1865 werd hij aan de Hoogeschool te Leiden tot Meester in de Rechten be-