gesch., opgez. uit de archieven te Rijssel, en op gezag van het Gouvern. uitgegeven, Leiden, 1842-'47, 3 dln., de beide laatste dln. onder den titel van Correspondance de Marguerite d'Autriche, enz.; Gedachten over armoede, over bevolking en kolonisatie, Leiden, 1846; Proeven van een kritisch woordenboek der Nederl. mythologie, Utr., 1846; Grondtrekken der Nederl. zegel- en wapenk., Leid. 1847, 3e dr. 1861; Roman van Heinric en Margriete van Limborch, uitgeg. in de werken van de Mij. der Nederl. Letterk, Leiden, 1846-'47, 2 dln.; 's Gravenhaagsche bijzonderh., 's-Grav., 1857-'59, 2 st.; Handboek der Middel-Nederl. geographie, naar de bronnen bewerkt, Leiden, 1852, 2edr. 's-Grav. 1872; Nog een woord over Leidens regt op het Haarlemmermeer, Leiden, 1851; Keuruit de werken van Jacob Cats, Leiden, 1852; Register van Hollandsche en Zeeuwsche oorkonden die in de Charterboeken van Van Mieris en Kluit ontbreken, 1e Afd., Amst., 1861. Met Bakhuizen van den Brink en De Jonge gaf hij uit: Het Nederl. Rijksarchief, verz. van onuitgeg. oorkonden en besch. voor de gesch. des Vaderl., 's-Grav., 1857; Oorkondenboek voor Holl. en Zeel. (Uitg. Kon. Acad. van Wetensch.), 1ste Afd. tot aan het einde van het Holl. huis, Amst. en 's-Grav., 1864-'73; Het proces van Oldenbarnevelt, getoetst aan de wet, 's-Grav., 1876; Nijmeegsche bijzonderheden, Nijm., 1881.
(Hand. Mij. Ned. Lett. 1888).