[Reinier Cornelis Bakhuizen van den Brink]
Bakhuizen van den Brink (Reinier Cornelis), geb. te Amst. 28 Febr. 1810. Na volbrachte studiën in de letteren, arbeidde hij in 't buitenland, bijzonder in België om de archieven te doorzoeken. In 1851 teruggekeerd, werd hij nog in dat jaar tijdelijk aan het Rijksarchief verbonden en, na den dood van Mr. J.C. de Jonge, in 1854 in diens plaats tot Rijksarchivaris aangesteld. Hij was de herschepper van ons geheele archiefwezen, en genoot als zoodanig niet alleen grooten naam in ons vaderland, doch ook in het buitenland. Hij overl. te 's-Gravenhage, 15 Juli 1865.
Bakhuizen was met Potgieter, Heye, Pol, Drost e.a. stichter en medearbeider van De Muzen, van het jaarboekje Tesselschade en vervolgens van De Gids (1837-'46), waaraan hij 1838-'44 Redacteur was. Later werkte hij mede aan De Kunst- en Letterb., De Ned. Spectator (1858-'65). Hij schreef Variae Lectiones ex Historia Philosophiae Antiquae, Leiden 1842; La retraite de Charles-Quint, 's-Grav. 1850; Het Huwelijk van Willem van Oranje met Anna van Saksen, historisch-kritisch onderzocht, Amst. 1853; Overzicht van het Ned. Rijks-Archief, 1e stuk, 's-Hage, 1854; Piscatio, Pêcherie, Visscherij. De ware beteekenis dezer woorden gehandhaafd tegen Prof. M. de Vries, 's-Hage 1858; Het Rijks-Archief. Verzameling van onuitgegeven oorkonden en bescheiden (uitgeg. met L. Ph. C. van den Bergh en J.K.J. de Jonge) 1e dl., 's-Hage, 1857; Les Rubens à Siegen, 's-Grav. 1861; Isaac le Maire, een voorlezing, Amst. 1865; Rede ter nagedachtenis van Mr. John Bake, Amst. 1865. Voorts vele bijdragen in De Gids, als: Vondel met Roskam en Rommelpot, Trudeman en zijn wijf, Cartons voor de Ned. Geschied. enz. Zijne verzamelde Studiën en Schetsen zijn uitgeg. te Amst. en te 's-Grav. 1860-'77.