[Frans Alaers]
Alaers (Frans), omstreeks den aanvang der XVI eeuw geb. te Brussel, trad in de orde van Sint Dominicus, en toen hij een indrukmakend kanselredenaar was geworden, ging hij over tot den Lutherschen godsdienst. Daarom ter dood veroordeeld, vluchtte hij naar Oldenburg, waar hij aalmoezenier van den regeerenden Vorst werd. Zoodra de nieuwe geloofsbelijdenis zich openlijk begon te uiten in de Nederlanden, kwam Alaers derwaarts en predikte beurtelings in Brabant en in Friesland. In Mei 1566 vestigde hij zich in Antwerpen, en opnieuw vervolgd, verkondigde hij er het woord Gods in eene schuur. Bij de komst van Alva vluchtte hij het volgende jaar naar Holstein, alwaar hij overl. 10 Sept. 1578.
Zijne bekende en in druk verschenen werken zijn: Een cort vervat van alle menschelycke insettinghen der roomsche Kercke, beghinnende van Christus tyden af tot nu toe, ghenomen meer dan uit XXII authoren, (Antw.) 1566; Een heerlicke troostbrief van des menschen leven ende wesen, door François Alardts, (Antw. 1567); Die catechismus op vrage ende andtwoorde gestelt, door Franciscum Alardum, pastoor tho Wilster, eertyds predicant t' Hantwerpen in de schuere, 1568. Dit werk werd later herdrukt met den titel: Catechismus, dat is: onderwysinghe van de voornaemste hoofdstucken der christelycker leere, op vrage ende antwoort ghestelt door Franciscum Alardum, eertyts dienaer des godlycken woorts tot Antwerpen in de schuere, Antwerpen, 1585; Bewys uyt Godes woord ende den schriften D. Lutheri, dat de Erfsonde niet sy der menschen wesen, syn seel en lyf, Lubeck, 1576.