Verzamelde gedichten(1965)–Willem Brandt– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 231] [p. 231] Koepelholen Eenmaal heb ik in koepelholen runderen gegrift en wijdheupige vrouwen; palaeontologisch dood kreëer ik voort, schets gouden kalveren, jaag bemin en bouw mijn lage bunkers in de buik der aarde. Soms teken ik een onbekende vogel, tortel of ibis; maar vergeefs gegist, het patina wordt spoedig uitgewist. Vorige Volgende