Verzamelde gedichten(1965)–Willem Brandt– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 204] [p. 204] De verschrikkelijke eeuwman Ik spreek tot u met een bevroren adem tussen ijstorens en krakende gletschers in een zirkonen blauwe wildernis van ledigheid, van zelfs geen lucht, van niets. Mijn tranen zijn gestold, kille ijspegels mijn dode handen en de vurige koude een messteek in ons hart, wij spreken samen sneeuwblind ijssplinters van gebarsten taal. Hoe kan men hier nog leven en wie zou ons ooit kunnen warmen, wie waagt het te jagen om ons te vinden in het voetspoor van de verschrikkelijke eeuwman, gruwelijk, koud, rusteloos tussen ijswanden, sneeuwvlagen, zoekend naar vuursteen en een oud hoog hout. Vorige Volgende